Wil je meer info over Sectorale Akkoorden 2025 Meer info

Het paasakkoord van de federale regering

Op 11 april 2025 werden binnen de federale regering een aantal grote akkoorden bereikt die in de media werden omschreven als het paasakkoord. In dit artikel kunnen jullie de belangrijkste beslissingen terugvinden voor jou als werkgever op het vlak van de arbeidsmarkt, de re-integratie van langdurig zieken en de fiscaliteit. Het is wel belangrijk om op te merkten dat al deze maatregelen nog moeten worden omgezet in concrete regelgeving, waardoor er momenteel nog veel details onduidelijk zijn.

1) Structurele veranderingen in werkloosheidsregelingen

Zoals reeds werd aangekondigd, zullen werkloosheidsuitkeringen worden beperkt in de tijd met een maximum van 2 jaar. Werkloosheidsuitkeringen zullen eindigen na 1 jaar en per 3 extra gewerkte maanden beroepsverleden zal er 1 maand bijkomen. Deze beperking is niet voorzien voor wie ouder is dan 55 jaar op voorwaarde dat hij of zij 30 jaar (later stijgend naar 35 jaar) beroepsverleden kan aantonen. Diezelfde beroepsvoorwaarde zal ook gelden om toegang te krijgen tot de landingsbanen.

Werkloosheidsuitkeringen zullen door een nieuwe berekeningswijze in eerste instantie hoger zijn, maar nadien sterker dalen.

Daarnaast wordt er ook een zogenaamde doorstartregeling ingevoerd. Deze regeling voorziet dat een werknemer éénmaal tijdens de loopbaan ontslag kan nemen en zonder sanctie kan worden toegelaten tot de werkloosheid gedurende 6 maanden.

2) Verlaging van lasten op arbeid voor lage en gemiddelde lonen in aanloop naar minimumloonsverhoging in mei 2026

De regering heeft beslist de werkgeversbijdragen voor de lage en middenlonen te verminderen. Daarnaast zullen de minimumlonen in mei 2026 worden verhoogd met € 35 bruto. Deze brutoverhoging zou gefinancierd worden door de bijdragevermindering.

Een deel van de enveloppe zou ook moeten worden toegewezen aan de non-profitsector, en in het bijzonder aan de maatwerkbedrijven, aangezien zij over geen enkele marge beschikken om de verhoging van de minimumlonen voor hun doelgroepwerknemers zelf te bekostigen.

Daarnaast is er een vrijstelling voorzien van werkgeversbijdragen voor lonen boven € 85.000 per kwartaal.

3) Ouderschapsverlof toegankelijk voor pleegouders

Pleegouders zullen in de toekomst recht hebben op ouderschapsverlof.

4) Fiscaal plafond van flexi-jobs wordt verhoogd

Bezoldigingen uit flexi-jobs zijn op fiscaal vlak in beginsel vrijgesteld, op voorwaarde dat ze daadwerkelijk zijn onderworpen aan de bijzondere bijdrage van 28 % die op sociaal vlak is verschuldigd.

Vanaf aanslagjaar 2025 is de vrijstelling evenwel beperkt tot een niet-geïndexeerd bedrag van € 12.000. In de toekomst zal dit plafond worden verhoogd tot een bedrag van € 18.000 dat wel zal worden geïndexeerd.

5) Uitdoving SWT

Het regeerakkoord voorzag in de afschaffing van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) vanaf de datum van het regeerakkoord. D.w.z. geen instroom meer in het stelsel van SWT vanaf 31 januari 2025.

In maart 2025 bereikten de sociale partners, verenigd in de Groep van 10, een akkoord over een aantal sociale maatregelen n.a.v. het regeerakkoord, waaronder de uitdoving van het SWT. De Groep van 10 vroeg de regering om de einddatum van de lopende cao’s te respecteren en zo meer rechtszekerheid te creëren. De einddatum is 30 juni 2025 en het gaat over de volgende cao’s:

  • NAR-cao nr. 143: zwaar beroep;
  • NAR-cao nr. 166: bouwbedrijf, nachtarbeid en zware beroepen;
  • NAR-cao nr. 167: lange loopbaan;
  • NAR-cao nr. 169: aangepaste beschikbaarheid.

De werknemers die worden ontslagen tot 30 juni 2025 worden dus nog toegelaten tot deze stelsels van SWT.

Ook voor het algemeen stelsel van SWT (NAR-cao nr. 17) vroeg de Groep van 10 een overgangsregeling, namelijk dat werknemers die ontslagen werden vóór 1 april 2025 en die aan de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden voldoen op 30 juni 2025 blijven genieten van het algemeen stelsel van SWT.

Vanaf 1 juli 2025 is er dus geen instroom meer mogelijk in de verschillende stelsels van SWT. In het Paasakkoord bevestigde de regering de uitdoving van het SWT, maar wel met respect voor hogervermeld akkoord van de Groep van 10 en met behoud van het medisch SWT.

6) De re-integratie van langdurig zieken

In het paasakkoord staan ook maatregelen die zullen worden genomen om actoren te responsabiliseren met als doel langdurig zieken te re-integreren op de arbeidsmarkt. Hierna volgt een kleine greep uit de voorziene maatregelen:

  • Werknemers die zonder geldige reden niet verschijnen op een afspraak bij de betrokken artsen, zullen 10% van hun uitkering verliezen (tegenover 2,5% nu).
  • De mutualiteiten zullen voortaan 15% ontvangen ter dekking van vaste administratieve kosten, in plaats van 2,5%. Dit percentage wordt echter gekoppeld aan hun prestaties op het vlak van begeleiding van arbeidsongeschikte personen richting de arbeidsmarkt.
  • Werkgevers zullen tijdens de tweede en derde maand van arbeidsongeschiktheid 30% van de RIZIV-uitkering moeten bijdragen. Deze maatregel geldt niet voor kmo’s en oudere werknemers.
  • Artsen zullen strenger gecontroleerd worden op het frequent voorschrijven van ziekteattesten. Opvallend voorschrijfgedrag kan leiden tot sancties.

7) Versoepeling van de bedrijfswagenfiscaliteit voor plug-in hybrides

De regering-De Wever wil met ingang vanaf 1 januari 2026 een nieuwe bedrijfswagenfiscaliteit invoeren om op die manier de bezorgdheid van werknemers rond beschikbaarheid van laadinfrastructuur en de kostprijs van elektrische wagens weg te nemen.

De nieuwe bedrijfswagenfiscaliteit zou leiden tot een tweeledige versoepeling voor plug-in hybrides. Enerzijds zouden deze wagens langer fiscaal aftrekbaar blijven, anderzijds wil de regering een hogere drempel voor fake-hybrides toepassen.

In de nieuwe regeling blijven plug-in hybrides die vanaf 2026 besteld worden tot 100% aftrekbaar, net als e-auto’s. In 2027, 2028 en 2029 zakt het maximaal aftrekpercentage jaarlijks gelijktijdig met de daling voor elektrische wagens. Vanaf 2030 zouden hybride bedrijfswagens niet meer aftrekbaar zijn. Hetzelfde aftrekpercentage zou van toepassing zijn voor de gehele gebruiksduur van het voertuig door dezelfde eigenaar/huurder. Het exacte aftrekpercentage hangt af van de CO2-uitstoot van de plug-in hybride.

De regering-De Wever legt de grens voor de zogenaamde fake-hybrides op een uitstoot van 75 gram (t.o.v. van 50 gram in het Regeerakkoord). Voor hybrides met een uitstoot tot maximaal 75 gram wordt voorzien in een uitzondering, waarbij een hoger aftrekpercentage op basis van de wettelijke formule gebruikt mag worden tot eind 2027.

De nieuwe bedrijfswagenfiscaliteit zou gelden vanaf 1 januari 2026 en zou ook van toepassing zijn op hybride bedrijfswagens die sinds juli 2023 zijn besteld.

8) Bestaansmiddelen kinderen ten laste

In 2023 en 2024 verhoogde het maximum aantal toegelaten studentenuren tijdelijk van 475 uren naar 600 uren. Recent werd een wetsvoorstel goedgekeurd om deze grens vanaf 2025 permanent te verhogen tot 650 uren. Deze verhoging geldt onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Het paasakkoord vermeldt dat de bestaande grenzen voor studentenarbeid zullen opgetrokken worden om rekening te houden met dit verhoogd plafond van 650 studentenuren om ervoor te zorgen dat ouders met studerende kinderen fiscaal niet worden gesanctioneerd door hun federaal kindergeld te verliezen bij teveel studentenarbeid. Daarnaast zou de algemene grens voor kinderen ten laste geharmoniseerd worden om het stelsel te vereenvoudigen en wordt het bedrag opgetrokken naar € 12.000.