Jaarverslag interne preventiedienst (2021) vóór 1 april 2022
In het kader van het welzijn van de werknemers op het werk dient elke werkgever te beschikken over een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Deze dienst moet tenminste bestaan uit een preventieadviseur die gekozen wordt uit de personeelsleden. In ondernemingen met minder dan 20 werknemers kan de werkgever zelf de functie van preventieadviseur uitoefenen. Deze preventieadviseur mag niet verward worden met de preventieadviseur psychosociale aspecten.
De interne dienst voor preventie en bescherming op het werk is wettelijk verplicht om een jaarverslag op te maken met de activiteiten van het voorbije werkjaar.
Sinds 2018 is het niet langer nodig dat je het verplichte jaarverslag van de interne dienst preventie en bescherming op het werk opstuurt naar Toezicht op het Welzijn op het Werk, maar het jaarverslag dient wel nog steeds vóór 1 april opgemaakt te worden. Het jaarverslag moet in de onderneming ter beschikking worden gehouden van de inspectiediensten.
De modelformulieren en de bijhorende nota, die richtlijnen geeft voor het invullen van de verschillende rubrieken, zijn beschikbaar op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (www.werk.belgie.be). Trefwoord: jaarverslag (jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk – dienstjaar 2021).
Voor meer concrete informatie kan je terecht bij jouw dossierbeheerder.