In onze nieuwsbrief van de maand januari 2025 hebben wij jou reeds geïnformeerd over het feit dat je nog t.e.m. 30/06/2025 gebruik kon maken van de zogenaamde relance overuren.
Dit betrof een bijkomend quotum van 120 vrijwillige overuren per jaar dat onderworpen is aan een gunstig regime (indien aan de nodige voorwaarden voldaan is).
In principe loopt deze regeling binnenkort dus af. Op 16/06/2025 werd er echter wel al een wetsvoorstel ingediend in het parlement om deze regeling opnieuw te verlengen t.e.m. 31/12/2025. Voorlopig is het dus wel nog afwachten totdat dit wetsvoorstel wordt aanvaard en effectief wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Zolang deze verlenging niet definitief is, zal je vanaf 1 juli 2025 in principe gebruik moeten maken van een andere wettelijke uitzondering op het verbod op het presteren van overuren, zoals bijvoorbeeld de gewone ‘vrijwillige overuren’ of overuren omwille van ‘een buitengewone vermeerdering van werk’.
Wij blijven de evoluties op dit vlak uiteraard op de voet opvolgen en zullen jou informeren van zodra er meer nieuws is.
Voor meer concrete informatie kan je terecht bij jouw dossierbeheerder.
Wens je, met het oog op de zomervakantie, binnenkort beroep te doen op een jobstudent? Dan geven wij jou hieronder graag nog even enkele belangrijke spelregels mee.
Contingent en Dimona – aangifte
Sinds 01/01/2025 heeft elke student jaarlijks een pakket van 650 uur, het zogenaamde contingent, waarin hij tewerkgesteld kan worden tegen verminderde sociale bijdragen. Om de uren te berekenen, wordt er enkel rekening gehouden met de effectief gewerkte uren. Feestdagen, betaalde ziektedagen, klein verlet,… worden niet in rekening gebracht op het contingent.
Het is dus aangeraden om als (toekomstige) werkgever steeds een attest met het aantal resterende uren op te vragen bij de student om te controleren hoeveel uren van het contingent nog beschikbaar zijn. De student kan een dergelijk attest verkrijgen via de Student@work-app.
Sinds kort kan je als werkgever het resterende aantal uren in het contingent van een student ook raadplegen via de nieuwe online toepassing ‘burgergegevens raadplegen’ van de RSZ. Hiervoor moet de student dan wel eerst jouw toegangsaanvraag goedkeuren.
Om te kunnen genieten van de verlaagde RSZ – bijdragen is het vereist dat de Dimona – aangifte tijdig gebeurt, namelijk alvorens de prestaties van de student aanvangen. Wanneer de aangifte te laat gebeurt, dan worden alle aangegeven uren geacht buiten het contingent te vallen en zijn de normale RSZ – bijdragen verschuldigd, ook indien het urencontingent nog niet is uitgeput.
Studentenovereenkomst
Er moet verplicht een schriftelijke studentenovereenkomst worden afgesloten. Deze overeenkomst moet uiterlijk op het ogenblik van indiensttreding ondertekend worden door beide partijen. Je dient deze studentenovereenkomst bij te houden op de plaats waar de student wordt tewerkgesteld. Verder dien je deze overeenkomst 5 jaar te bewaren na afloop van de tewerkstelling.
Deze overeenkomst kan voor maximaal 1 jaar worden gesloten. Indien deze termijn overschreden zou worden, wordt de overeenkomst als een gewone arbeidsovereenkomst beschouwd en zijn de normale sociale bijdragen verschuldigd.
Op de eerste dag van de tewerkstelling moet de student een exemplaar ontvangen van het arbeidsreglement. Het is aangeraden om hiervoor een ontvangstbewijs te laten ondertekenen.
Bewijs
De werkgever moet zich ervan vergewissen dat het wel degelijk om een student gaat en zal hiervoor aan de student een bewijs moeten vragen. Dit kan door aan de student een bewijs van inschrijving te vragen van een (hoge)school of universiteit voor het lopende school-of academiejaar.
De werkgever moet dit bewijs niet spontaan aan de RSZ bezorgen, maar in geval van discussie moet hij als werkgever wel kunnen aantonen dat het wel degelijk om een student gaat. Bijgevolg is het dan ook aangeraden om dit bewijs voorhanden te hebben bij een eventuele controle door de inspectiediensten.
Einde studies
De RSZ aanvaardt dat de beperkte solidariteitsbijdrage nog van toepassing is tot en met 30 september van het jaar waarin de student in juni zijn studies beëindigt en zijn diploma behaalt. De tewerkstelling moet dan sociaal gezien ook de kenmerken van studentenwerk hebben; het mag niet gaan om een verdoken proefperiode of een voorloper van een gewone arbeidsovereenkomst.
Indien de student zijn studies vroegtijdig tijdens het school- of academiejaar beëindigt en zich officieel uitschrijft als student, kan tijdens het resterende deel van het school- of academiejaar niet meer tewerkgesteld worden met een studentenovereenkomst, ook niet tijdens de vakantieperiode die volgt op de stopzetting van de studies.
Vaste arbeidsovereenkomst na afloop studentenovereenkomst
Indien je beslist om een jobstudent aan te werven met een gewone arbeidsovereenkomst na afloop van een tewerkstelling als jobstudent, dan loop je het risico om voor de periode als student de volle RSZ – bijdragen te moeten betalen in plaats van de gunstigere solidariteitsbijdragen.
De volle RSZ – bijdragen zijn verschuldigd indien de studentenovereenkomst eigenlijk al een voorloper is van de latere arbeidsovereenkomst. Bijvoorbeeld: een studentenovereenkomst als administratief medewerker en nadien een arbeidsovereenkomst als receptionist of administratief medewerker op een andere dienst.
De solidariteitsbijdragen blijven echter behouden voor de periode als student indien de werknemer nadien in een totaal andere functie wordt aangenomen. Bijvoorbeeld: een studentenovereenkomst als schoonmaker of magazijnier en nadien een arbeidsovereenkomst als administratief bediende.
Bijgevolg is het dan ook aangewezen dat de tewerkstelling als student voor een andere functie is dan de latere vaste tewerkstelling én dat de verschillende functies ook duidelijk omschreven worden in de desbetreffende overeenkomsten. Dit zal uiteraard enkel mogelijk zijn wanneer er in de praktijk ook effectief sprake is van twee verschillende functies.
Voor meer concrete informatie kan je terecht bij jouw dossierbeheerder.
In het verleden hebben wij reeds meermaals gecommuniceerd over de elektronische controlekaart eC3.2 die vanaf 01/01/2025 verplicht werd voor alle werknemers die tijdelijk werkloos worden gesteld (vanaf de eerste effectieve werkloosheidsdag). Voor alle werknemers uit de bouwsector (PC 124) geldt deze verplichting sowieso, ongeacht of ze tijdelijk werkloos worden gesteld of niet.
Er werd wel voorzien in een overgangsfase t.e.m. 30/06/2025. Hierbij konden werkgevers en werknemers een uitzondering aanvragen om tijdelijk toch nog verder papieren controlekaarten te gebruiken. Vanaf 01/07/2025 loopt deze overgangsfase af en zal de elektronische controlekaart eC3.2 dus voor iedereen verplicht zijn.
Werknemers die nog gebruik zouden maken van papieren controlekaarten, worden hier dan ook best op gewezen.
Er blijft nog wel steeds een uitzondering voorzien voor de sector van de sociale werkplaatsen, de beschutte werkplaatsen en de maatwerkbedrijven. Zij blijven de keuze behouden tussen papieren of elektroniche controlekaarten.
Voor meer concrete informatie kan je terecht bij jouw dossierbeheerder. Daarnaast kan je via volgende link alle actuele informatie terugvinden over de elektronische controlekaart eC3.2, alsook een filmpje van de RVA waarin eenvoudig wordt uitgelegd hoe de toepassing gebruikt moet worden eC3.2 Werknemer
Werknemers in de privésector kunnen bij een tijdskrediet landingsbaan uitkeringen bekomen vanaf de leeftijd van 60 jaar.
Tot op heden konden deze uitkeringen echter ook worden toegekend aan werknemers van 55 tot 59 jaar op basis van een interprofessionele cao van de NAR én op voorwaarde dat er ook een sectorale cao of een ondernemings-cao (erkenning als onderneming in herstructurering of in moeilijkheden) werd afgesloten in toepassing van deze interprofessionele cao.
Momenteel zijn er twee NAR-cao’s die deze materie regelen, namelijk NAR-cao’s nr. 170 en nr. 171. Beide NAR-cao’s zijn geldig tot en met 30 juni 2025. Volgens de info die momenteel gekend is, hebben de sociale partners momenteel nog geen nieuwe NAR-cao afgesloten.
Indien er geen nieuwe NAR-cao komt, dan betekent dit dat werknemers van 55 tot en met 59 jaar, die vanaf 1 juli 2025 een tijdskrediet landingsbaan aanvatten, geen recht meer zullen hebben op een uitkering. De landingsbaan voor werknemers van 55 tot en met 59 jaar kan dan enkel worden toegekend zonder RVA-uitkering.
Opgelet: enkel een eventuele nieuwe interprofessionele cao zal niet volstaan. Nadien moeten er dan ook nog nieuwe cao’s gesloten worden op sectoraal niveau.
Voor werknemers waarvan de landingsbaan start vóór 1 juli 2025 is er geen probleem; zij zullen hun recht op uitkeringen van de RVA blijven behouden. Hierbij is de startdatum van belang en niet de datum waarop de landingsbaan wordt aangevraagd bij de werkgever of de datum waarop de aanvraag voor uitkeringen naar de RVA wordt verstuurd.
Voor meer concrete informatie kan je terecht bij jouw dossierbeheerder.
De Algemene Directie Toezicht Welzijn op het Werk voert tussen midden 2025 en midden 2027 een inspectiecampagne uit in de groene sectoren in België. Deze campagne maakt deel uit van het waakzaamheidsprogramma van het Multi Annual National Control Program (MANCP).
Gedurende de volledige inspectiecampagne zijn er in totaal 240 inspecties gepland, met bijzondere aandacht voor:
- bescherming tegen risico’s van gevaarlijke chemische stoffen;
- bescherming van seizoenarbeiders.
De campagne richt zich niet alleen op land- en tuinbouwbedrijven (NACE-codes 01 en 02), maar ook op aanverwante activiteiten:
- land- en tuinbouwscholen;
- landschapsverzorging en tuinaanleg (inclusief tuinbouwbedrijven).
De inspecteurs zullen hiervoor de checklist voor basisinspecties gebruiken, aangevuld met vragen over:
- preventiemaatregelen bij blootstelling aan gevaarlijk chemische agentia;
- moederschapsbescherming;
- bescherming van jongeren;
- onthaal en veiligheidsinstructies voor anderstalige seizoenarbeiders.
Voor meer concrete informatie kan je terecht bij jouw dossierbeheerder, alsook via volgende link van de FOD WASO: https://werk.belgie.be/nl/nieuws/campagne-van-de-arbeidsinspectie-de-groene-sectoren-2025-2027
Met de zomervakantie in het vooruitzicht kan het gebeuren dat je geconfronteerd wordt met het feit dat sommige van jouw werknemers te weinig vakantierechten hebben. In dit artikel willen wij jou dan ook kort informeren over twee mogelijke oplossingen.
Werknemers die onvoldoende vakantierechten hebben, kunnen tijdelijk werkloos worden gesteld wegens jaarlijkse vakantie. Dit kan echter enkel wanneer de onderneming collectief gesloten is én de werknemer eventuele vakantiedagen waar hij toch recht op heeft, opgespaard heeft voor deze collectieve sluiting.
Hierbij willen wij ook nog even meegeven dat dergelijke werknemers een elektronische controlekaart eC3.2 zullen moeten invullen. Via volgende link kan je meer info hierover terugvinden: eC3.2 Werknemer
Daarnaast kunnen werknemers die op 31 december 2024 jonger waren dan 25 jaar en dat jaar afgestudeerd zijn, aanspraak maken op jeugdvakantie. Bijkomende voorwaarde hierbij is wel dat zij in 2024 1 maand verbonden moeten zijn geweest door een arbeidsovereenkomst, waarbij zij minstens 13 arbeidsdagen (70u) moeten gewerkt hebben.
Zowel bij tijdelijke werkloosheid wegens jaarlijkse vakantie als bij jeugdvakantie zal de betrokken werknemer aanspraak kunnen maken op uitkeringen van de RVA
Voor meer concrete informatie kan je terecht bij jouw dossierbeheerder of via volgende links van de RVA: https://www.rva.be/werkgevers/tijdelijke-werkloosheid/tijdelijke-werkloosheid—sluiting-ingevolge-jaarlijkse-vakantie en https://www.rva.be/burgers/verlof/hebt-u-recht-op-de-jeugdvakantie
De kilometervergoeding voor beroepsmatige verplaatsingen met de eigen wagen wordt elk kwartaal herzien om zo snel te kunnen inspelen op de schommelingen van de brandstofprijzen.
Bijgevolg bedraagt vanaf 01/07/2025 de kilometervergoeding € 0,4309 per kilometer. Dit is een lichte daling t.o.v. het vorige bedrag, dat € 0,4320 per kilometer bedroeg.
Bij de loonverwerking van de maand juli 2025 zal er automatisch rekening worden gehouden met dit nieuwe bedrag.
Voor meer concrete informatie kan je terecht bij jouw dossierbeheerder.
De lonen van de bouwvakkers (PC 124) stijgen vanaf 1 juli 2025.
Het gaat om de driemaandelijkse aanpassing van de lonen aan de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex. De lonen worden met 0,8706% geïndexeerd.
Ook de toeslag petrochemie en de vergoeding voor kost en huisvesting worden mee geïndexeerd.
Deze verhoging heeft ook invloed op het loon van studenten die je eventueel tewerk zou stellen tijdens de zomervakantie. Voor hen geldt immers minstens het loon van categorie I als minimumloon.
Via deze weg willen wij ook nog meegeven dat de inflatie de voorbije maanden flink gedaald is en dat deze dalende trend zich volgens het Federaal Planbureau in de komende maanden ook nog zal doorzetten. Dit zou betekenen dat, na de verhoging op 01/07/2025, de eerstvolgende indexering van de lonen in PC 124 pas zou plaatsvinden op 01/04/2026. Dit is uiteraard slechts een prognose en er moet dan ook nog afgewacht worden hoe de gezondheidsindex de komende maanden effectief zal evolueren.
Je kan de nieuwe baremalonen terugvinden op onze website www.accuria.be
De lonen zullen door Accuria automatisch aangepast worden.
Bij Accuria merken we dat heel wat werkgevers nog twijfelen over het invoeren van een cafetariaplan. Vaak liggen hardnekkige misverstanden aan de basis. Nochtans is zo’n flexibel verloningssysteem toegankelijker én voordeliger dan je denkt. Dit zowel voor de werkgever als de werknemer.
Dankzij de sterke samenwerking met onze partner Monizze en het nieuwe cafetariaplan RewardFlex tackelt Accuria elk vooroordeel met de glimlach.
Drie hardnekkige vooroordelen over een cafetariaplan
❌ Een cafetariaplan is te duur voor mijn bedrijf
De exacte kostprijs van een cafetariaplan is afhankelijk van het budget dat je kiest als werkgever en de gekozen voordelen. Wat vaststaat: het is toegankelijk voor elk bedrijf en elk budget. Bovendien kan je jouw medewerkers extra belonen, zonder dat de loonkosten stijgen. Door een deel van het brutoloon of de eindejaarspremie te spenderen in het cafetariaplan verhoogt de koopkracht … en dus ook de tevredenheid!
❌ Een cafetariaplan is alleen voor grote bedrijven
Grote multinationals, kleine kmo’s en alles tussenin: elke firma kan gebruik maken van een gepersonaliseerd cafetariaplan. Heb je slechts één of enkele medewerkers in dienst? Laat je vooral niet afschrikken, maar vraag naar de mogelijkheden bij jouw dossierbeheerder. Wij zorgen steeds voor een aanpak op maat.
❌ Een cafetariaplan is niet geschikt voor mijn medewerkers
Werkelijk iedereen heeft baat bij een goed uitgewerkt cafetariaplan, waar jouw persoonlijke voorkeur ook ligt. Zo is het mogelijk om voordelig een fietslease aan te gaan of aan pensioensparen te doen, maar kan je ook extra vakantiedagen of multimedia aankopen. Vrijheid is blijheid, nietwaar? Bovendien maak je gebruik van brutobedragen, waardoor de positieve impact meteen voelbaar is in de portemonnee. In de praktijk zorgt een cafetariaplan dan ook voor een verhoogde motivatie bij werknemers en extra aantrekkingskracht als werkgever.
Accuria werkt samen met Monizze voor jouw cafetariaplan
Liefst 65.000 Belgische bedrijven doen momenteel een beroep op de diensten van Monizze. En jij kan de volgende zijn. Accuria heeft namelijk een partnership met Monizze om cafetariaplannen te integreren bij onze klanten. Het nieuwe plan RewardFlex is toegankelijk, flexibel en uitermate eenvoudig om te beheren.
Waar de keuzemogelijkheden in sommige cafetariaplannen erg uitgebreid en complex zijn, kiezen we er bij Accuria bewust voor om de ‘menukaart’ concreet af te lijnen. Zo zijn enkel de meest populaire en toegankelijke opties beschikbaar, wat de opvolging eenvoudiger maakt. In ons cafetariaplan hebben je medewerkers de keuze uit fietsleasing, extra vakantiedagen, multimedia en pensioensparen.
Interesse in een cafetariaplan of ontvang je graag meer informatie over de mogelijkheden? Neem dan gerust vrijblijvend contact op via jouw vaste dossierbeheerder of via het contactformulier op onze website.
In het Regeerakkoord werd de intentie opgenomen om de begrenzing van studentenarbeid in het arbeidsrecht en de sociale zekerheid te verhogen tot maximaal 650 uur. Deze maatregel moest nog worden omgezet in concrete regelgeving.
Onlangs werd de desbetreffende wet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Dit heeft tot gevolg dat werkgevers kunnen genieten van de verlaagde sociale zekerheidsbijdrage (solidariteitsbijdrage) op het loon van de student met een studentenovereenkomst voor 650 uur per jaar. Daarnaast is er geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd op het loon van de student indien het contingent wordt gerespecteerd. Gewone sociale zekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing zijn verschuldigd vanaf het 651ste uur studentenarbeid.
Deze aanpassing van het contingent tot 650 uren treedt retroactief in werking vanaf 1 januari 2025.
Voor meer concrete informatie kan je terecht bij jouw dossierbeheerder.
